Je zal het maar zijn: kind van een koster. Of beter gezegd,
kind van een offsetdrukker die een carrière switch heeft gemaakt en koos voor een
baantje als koster. Want hoewel wij trouw voor het avondeten een gebedje
prevelden en er een verdord palmtakje aan het houten kruisje in de huiskamer
hing, was er van enig serieus geloof volgens mij verder geen sprake. Mijn
moeder vond het vooral gezellig om naar de kerk te gaan en mijn vader genoot
van de vrijheid die dit vak hem bood. We kenden uiteraard alle religieuze
gebruiken en dreunden trouw de gebeden uit het hoofd mee. Ik heb de eerste én
tweede heilige communie met goed gevolg afgelegd in nette C&A kleding (merk
Palomino) en was zelfs enige tijd misdienaar. Maar om nou te zeggen dat ik een belijdend
christen was? Nee.
Dit kwam ook omdat een kosterskind geregeld het huis van de
heer kon betreden, zonder dat daar een afgesproken reden voor was. De grote
sleutel van het gebouw hing immers aan een haakje in ons huis. Dit bood
mogelijkheden tot verstoppertje spelen (de Maria grot was een goeie plek), over
de rugleuningen van de kerkbanken lopen, stiekem hosties eten uit de plastic
bussen van het doveninstituut Sint Michielsgestel, lucht door de pijpen van het
machtige kerkorgel laten zoeven, met een luchtbuks de duiven uit de kerk jagen of
als zendamateur met een 27 MC bakkie in de kerktoren gaan zitten voor een
groter bereik.
Ook moest ik natuurlijk mijn vader 'de koster' helpen met
allerhande klusjes. Kaarsenbakken bijvullen, collectegeld tellen met een
speciale geldtelmachine, wijwater bijvullen met overigens gewoon kraanwater, de
kerststal helpen op- en afbouwen, het kerkzilver poetsen, het uurwerk smeren en
de beelden afstoffen. Hierdoor zat je op zaterdagmiddag de boezem van Maria te
poetsen, terwijl haar kindje Jezus angstvallig toekeek. Als beloning mocht ik na
de dienst het verloren collectegeld uit de kerkbanken rapen. Deze bijvangst
werd direct erna verbrast in de plaatselijke snackbar Tommies
corner. Elk religieus besef, als daar al sprake van was, verdween als sneeuw
voor de zon bij al deze aardse werkzaamheden achter de schermen van dit
mysterieuze decor.
Niettemin bood de Katholieke kerk wel een mooi podium voor
allerlei culturele activiteiten met een min of meer trouw publiek. Mijn vader,
muzikaal als hij was, greep deze gelegenheid aan om zijn hobby uit te oefenen
op hobo, fagot en vooral saxofoon. Daarbij de volkszang dienend, maar ook de
grenzen van de religieuze vrijheid verkennend. Een swingend ritme of jazzy noot
niet uitgesloten. Hierdoor maakte hij van zijn hobby zijn beroep en werden wij vaak
meegenomen in zijn enthousiasme. Mijn beide zussen zongen mee op het net
opgerichte kinder- en jeugdkoor en ik belandde achter een goedkoop drumstel van
het verder onbeduidende merk Tromsa.
Maar niet tijdens de zomervakantie. Dan vertoefden wij
meestal op een schip ergens op de Vinkeveense plas. Dan ging de koster alleen
in de houten bijboot op zaterdagmiddag richting kerk om pas zondagmiddag weer
terug te keren. It comes with the Job. Eenmaal terug werd het moederschip
bevoorraad en konden we dagenlang vooruit met zelfgekweekte aardappelen, sla,
radijs, worteltjes en rode bessen. En Honig vermicellisoep natuurlijk. De
voorraad koffie, thee en suiker zat luchtdicht verpakt in, jawel, lege plastic
hostiebussen van het doveninstituut Sint Michielsgestel.
Blije en verdrietige gebeurtenissen deden mij onlangs weer
eens op de eikenhouten kerkbanken belanden met daarbij voldoende tijd voor
overweging. Ik kon de ambiance goed overzien en mijn gedachten dwaalden af. Religie
moet het vooral hebben van mystiek, symboliek en bijbehorende rituelen. De
bedwelming door wierook en kaarslicht, de indrukwekkende pracht en praal van
het interieur en de harmonieuze klanken van orgelpijpen en koorzangers helpen
daar enorm bij. Nu zal het geloof vast veel mensen houvast en troost bieden,
zeker na een sterfgeval. Maar alle goede bedoelingen ten spijt, mij bekruipt
toch steeds weer het gevoel dat deze hele voorstelling slechts een door mensen
bedacht verhaal is in een met riten doorspekt theater. En hoewel ik mijn halve
leven heb doorgebracht in deze kathedraal, ben ik nooit gegrepen door de
machten en krachten die werden voorgeschoteld tijdens de o zo hoge missen en de
o zo diepe overtuiging. Dus zal ik waarschijnlijk altijd een afvallige blijven,
maar wel met een diepgeworteld kerkelijk verleden.
Tot in de eeuwen der eeuwen….
Reacties
Een reactie posten