Doorgaan naar hoofdcontent

Kosterskind II

Winter, 1974.

Op een stormachtige winteravond zat mijn vader - koster van een gigantische Katholieke kerk in Vinkeveen - achter de Volkskrant in zijn oranje jaren zeventig Berend Boudewijn fauteuil. ‘Hoor jij die deur in de kerktoren ook zo klapperen?’ En inderdaad hoorden we een onregelmatig bonkend geluid boven de gierende wind uit komen. Vol bravoure stelde ik voor om hem wel even dicht te doen. ‘Prima, en neem ook maar een zaklamp mee want dan hoeft het grote licht in de kerk niet aan’. Ik pakte mijn jas, de grote metalen kerksleutel en liep naar de overkant. Spannend! 


Het waaide onrustig en de kleine toegangsdeur aan de zijkant van het kerkgebouw klapte met een luide nagalm achter mij dicht. Eenmaal afgezonderd van de buitenwereld besefte ik pas hoeveel geluid zo’n immens kerkgebouw produceert tijdens een storm. Gegeseld door de beukende wind werd het gebouw op de proef gesteld. Als een oude dame met jicht kreunde en steunde het van alle kanten. Ik deed de zaklamp aan, maar de batterijen hadden hun beste tijd wel gehad. Een zwak schijnsel verlichtte het pad naar achteren, richting de stenen wenteltrap van de kerktoren. Eenmaal door het houten hek van de trap begon ik aan de beklimming. Het leek wel alsof de jakkerende wind de toren deed bewegen en ik voelde mijn knieën weker worden bij iedere stap. Het angstaanjagende geluid van een langzaam piepende scharnier, gevolgd door een luide klap hielp daar ook al niet bij. Mijn bravoure begon deukjes op te lopen en ik had gelijk al spijt van mijn initiatief om dat klusje wel even te klaren. Maar ik kon natuurlijk niet meer terug, want gezichtsverlies. Tot overmaat van ramp verdween het laatste restje energie uit mijn zaklamp en moest ik min of meer op de tast naar boven. Eenmaal aangekomen bij de duistere ruimte van ’Het uurwerk’ moest ik op zoek naar het zwart bakelieten draaiknopje van de verlichting. Die ging uiteindelijk aan, maar het met stof bedekte peertje gaf zo weinig licht dat er nauwelijks zicht was. De stormwind wervelde als een gek door de ruimte en ik kon met moeite de bewuste eikenhouten deur weer terug duwen en vergrendelen. Zo, die was dicht. Nu als de wiedeweerga weer naar beneden, want ik wist wel dat er natuurlijk helemaal geen geesten en zo bestaan maar deze lugubere setting deed toch anders vermoeden. Even leek het alsof ik door de smalle torenraampjes een mysterieuze oranje gloed zag oplichten vanaf het nabijgelegen kerkhof, maar dat zou ook het schijnsel van de volle maan geweest kunnen zijn. Ik gleed van schrik bijna uit op de trap toen de torenklok twaalf uur begon te slaan, maar ik kon mijzelf herpakken en vervolgde met knikkende knieën de weg naar beneden. Even hield ik stil en mijn adem in. Hoorde ik nou voetstappen op de trap? Nee, dat leek maar zo… Snel het houten hek afsluiten en met versnelde pas en bonkend hart naar de uitgang van de kerk. En nu kan ik het me verbeeld hebben, maar eenmaal buiten hoorde ik op het grote kerkorgel toch echt de eerst akkoorden van Bach's Toccata & Fugue in D mineur ingezet worden.


‘En, gelukt?’ vroeg mijn vader onzichtbaar lachend vanachter zijn krant. ‘O, ja hoor’ riep ik quasi nonchalant terug en liep linea recta naar mijn veilige slaapkamer om te luisteren naar een liedje van Spooky and Sue.


Would you like to swing on a star,

carry moonbeams home in a jar?

And be better, off than you are

or would you rather be a mule?

(Yeah, yeah, tell 'em 'bout a mule now)
















Reacties

  1. Ik leefde met jou mee en moedig om alleen in het " donker" naar binnen te gaan.ik wacht op het vervolg!!!!👍

    BeantwoordenVerwijderen
  2. enig ! Ik beleef het helemaal mee ,zo leuk dat ik al die details meteen voor me zie en kan het emotioneel ook helemaal meevoelen. Ik heb wat doden gestorven op weg naar repetities van het jongerenkoor door die zijdeur gaan en dan het kerhof vlakbij ...snel een sprintje trekken of wachten tot er iemand anders liep, en idd een lege kerk en die geluiden..spooky ,midsummer murders sfeer :-) . Er waren kinderen die hadden in de grafkelder botten zien liggen door gaten (doorgeroest) en we gingen met clubje vriendinnen een keer kijken savonds ,volgens mij ook nog in die van mn opa en oma en ik dacht dat ik gezucht hoorde ook...uitwendig stoer lachen ,maar inwendig beven en met knikkende knieën naar huis.,brrr.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dank je Caroline. Een kerkhof in het donker heeft altijd een onaangename sfeer inderdaad. Helaas ben ik nooit in een bootje onder de Kerk wezen varen. Daar zouden ook lijken drijven vanaf het kerkhof. Volgens de verhalen dan…

      Verwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Kroniek van de familie Janmaat Vinkeveen

‘Hoeveel kinderen?!’ ‘Ja, zeventien...’ Enigszins beschaamd mompel ik het aantal nakomelingen wat mijn grootouders van vaders kant hadden geproduceerd. Mijn schoonvader kwam ook al uit zo’n groot gezin - daar hadden ze er veertien - wat al behoorlijk indruk maakte. Maar ik wist mijn schoonfamilie dus te overtroeven met een nog groter aantal. Dit was vooral het gevolg van een tijd waarbij meneer pastoor nog de gezinssamenstelling bepaalde (ongeacht inkomen en carrièreplannen van dat gezin) wat uiteindelijk een tsunami van nieuwe zieltjes ging opleveren. Met het vooruitzicht van een goed gevulde kerk en collecteschaal was de toekomst van de Rooms Katholieke kerk verzekerd en had de herder zijn missie naar tevredenheid volbracht. De schaapjes waren op het droge. Drama Nu kan het ook zijn dat een groot gezin belangrijk werd geacht voor de continuïteit. Veel van mijn voorvaderen Janmaat hadden een agrarisch bedrijf en daar waren alle werkhanden welkom. Was het niet bij het melken en hooien,...

Levend water

"Levend water". De naam van onze familieboot. Een naam met een religieuze betekenis, ingegeven door de voormalige werkgever van mijn vader: pastoor Gijs van der Voort te Vinkeveen. Een pastoor die, zoals vele Vinkeveners zich wellicht nog kunnen herinneren, liturgisch zeer gedreven was maar communicatief volstrekt onbekwaam. Dit resulteerde vaak in een eindeloos lange preek op een dusdanige monotone toon, dat menig kerkbezoeker met moeite wakker kon blijven op de toch al slaperige zondagochtend. En de natuurlijke galm van de oversized R.K. kerk hielp daar ook al niet bij, ondanks de goedbedoelde Philips geluidsversterking. Het was vooral een kwestie van uitzitten. Jezus zei: “Indien iemand dorst heeft, hij kome tot Mij en drinke. Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien.” (Johannes 7:37,38) De achterliggende boodschap: water geeft leven en doet opbloeien, dit heeft iedereen nodig. Mooi bedacht, maar wij waren a...

Signalen

Zoals je wellicht weet was mijn vader Toon lange tijd koster van de grote, niet te vermijden Rooms Katholieke kerk van Vinkeveen. In zijn hart was hij nog steeds graficus, maar de stress op de drukkerij noopte hem in de jaren zestig van de vorige eeuw tot het maken van een carrièreswitch. Een achteraf verstandige keuze, want zo was hij verlost van veeleisende oplages en deadlines. Beter voor zijn hart. Tegelijkertijd had niet alleen zijn carrière een rigoureuze wending genomen, maar ook zijn levenswijze. Van hardwerkende loonslaaf naar levensgenieter met voldoende ruimte voor ontspanning en expressie. Zijn gedachtengoed bevond zich voornamelijk aan de linkerkant van het politieke spectrum met alle bijbehorende kenmerken. Een oranje Citroen Deux Chevaux bestelauto, gecamoufleerd tussen de prettig verwaarloosde voortuin van de ambtswoning aan de Kerklaan. Een al even weelderige moestuin met onbespoten groenten en fruit op roeiafstand, diverse fietsen en saxofoons, jazzmuziek, ribfluwelen...