“Wie mooi wil zijn moet pijn
lijden”. Een veelgehoorde, goedbedoelde, maar daardoor niet minder overbodige
opmerking. Vooral als het laatste deel van deze opmerking het eerste deel
overschaduwt. Wat nou mooi, ik wil van de pijn af! En snel een beetje! Ik dacht
niet aan schoonheid toen de kaakchirurg onder de geruststellende woorden “dit
prikje kan een beetje vervelend zijn, mijnheer Janmaat” de injectienaald in
mijn gehemelte boorde en ik helemaal emotioneel werd door de getroffen
traanklieren. Ik had nog niet echt de “before/after” plaatjes in mijn hoofd
toen ik, verblind door het operatielicht, met twee tangen en een slang in mijn
mond als weerloos slachtoffer was overgeleverd aan de medische wetenschap. Wat
ik wel in mijn hoofd had was het snerpende getril van een tandartsboor in het
kaakbot. Het leken wel tegelzetters en ik was de vloer. Als antwoord op de
vraag of het “een beetje ging” kon ik slechts de woorden “hoa, how” uitbrengen.
“U doet het heel goed hoor, mijnheer Janmaat”. De natte zweetplek op de
operatiestoel deed anders vermoeden.
De kaak chirurgische ingreep was
achter de rug. Gelukkig. Het moeilijk (of eigenlijk niet) kunnen eten, de
zeurende pijn, de beurse bek, gecombineerd met de ook al niet opwekkende
antibiotica, pijnstillers en chloorhexidine deden mij besluiten een week thuis
te blijven. Het opgezwollen gelaat droeg ook niet bij tot de feestvreugde en
maakte de algehele misère compleet. Als een soort elephant man zo snel mogelijk
door de supermarkt op zoek naar maaltijdsoep. (Die van de AH kan ik trouwens
wel aanbevelen)
Een blinkende rij gebitselementen, keurig in het gelid, zouden een
stralende lach niet in de weg mogen staan. Voorlopig houden we het nog maar
even bij een verhullend boer met kiespijn lachje, zeker nu de eerste rekeningen
binnenstromen. Maar uiteindelijk zal het stralende licht aan het eind van de
tunnel mij leiden naar een pijnloze en vooral mooie toekomst. Nog even
doorbijten…
Reacties
Een reactie posten